Als je nieuw werk wilt…wat dan? De regels van de gouden ketenen
Hoewel de arbeidsmarkt flexibiliseert en vaste contracten steeds zeldzamer worden, kan het overstappen naar nieuw werk de nodige hindernissen met zich meebrengen. Sommige werknemers zitten ook tegenwoordig nog welhaast letterlijk vastgeketend aan hun baan. Om van baan te veranderen, dient men durven los te laten. Je verruilt immers bepaalde veiligheden voor een nieuw en onbekend avontuur. Echter, het veranderen van baan kan risico’s met zich meebrengen, zoals het verlies van inkomen of pensioenrechten. In dit artikel wordt nader ingegaan op de ‘gouden ketenen’ die een overstap bemoeilijken.
Waarom wil ik van baan veranderen?
Voordat je een overstap naar een nieuwe functie waagt, is het belangrijk om stil te staan bij de vraag waarom je huidige baan niet (meer) voldoet. Hiervoor zijn talloze oorzaken te bedenken en deze zijn daarnaast sterk persoonsgebonden. Waar de één hecht aan vaste patronen en routine binnen een functie, betekent dat voor een ander juist een gebrek aan uitdaging. Sommigen willen hun ambities vorm geven en zoeken het ‘een stapje hogerop’, terwijl anderen het juist rustiger aan willen gaan doen. Arbeidsvoorwaarden en de persoonlijke situatie zijn voor iedereen verschillend en tegelijkertijd bepalend voor het eventueel switchen van baan.
De gouden ketenen
‘Gouden ketenen’ is een fenomeen dat zijn oorsprong vond in de jaren ’70 van de vorige eeuw in de bank- en verzekeringswereld. Via riante arbeidsvoorwaarden zoals hypotheekkorting of pensioenvoordeel bleven werknemers voor een onderneming behouden. Maar ook een ‘te hoog’ salaris kan iemand aan zijn of haar functie gebonden houden. Wie wordt overbetaald, zal meestal financieel moeten inleveren bij de overstap naar een soortgelijke functie. Je bent dan immers ‘te duur’ voor de concurrentie geworden. Dit kan je erg afhankelijk maken waardoor je weinig flexibel in de arbeidsmarkt staat. Om een goed inkomen te hebben én goede kansen op de arbeidsmarkt te houden, is het van belang om te ‘benchmarken’.
Benchmarken
‘Benchmarken’ houdt in dat je regelmatig je salaris en overige arbeidsvoorwaarden vergelijkt met soortgelijke functies bij andere bedrijven. Dit kun je onder andere doen door indicaties van salarissen via personeelsadvertenties te bekijken. Ook Cao’s kun je (online) inzien waarin salarissen en arbeidsvoorwaarden staan vermeld. Hoewel functies vrijwel nooit identiek zijn, kun je toch een aardig beeld krijgen van hoe de honorering van je huidige functie zich verhoudt tot soortgelijke banen. Je brengt als het ware je concurrentiepositie in kaart.
Solliciteren
Het kan absoluut geen kwaad om eens in de zoveel tijd (bijvoorbeeld een half jaar) te gaan solliciteren. Op deze wijze doe je ‘empirisch onderzoek’ naar jouw positie op de arbeidsmarkt. Een sollicitatiegesprek kan een waardevol inzicht geven in de mogelijkheden die er elders zijn. Of juist bevestigen dat je huidige functie eigenlijk meer voordelen biedt in vergelijking met de vacature waarop je hebt gesolliciteerd. Daarbij ben je genoodzaakt je CV te updaten en jezelf weer eens goed te presenteren. Dat kan helemaal geen kwaad!
Vergroot je inzetbaarheid en word geen ‘loonslaaf’
Té afhankelijk van iets zijn is nooit goed. Dat geldt ook voor je salaris. Wanneer je ervoor zorgt dat salaris niet volledig wordt opgeslokt door je uitgavenpatroon, ben je een stuk onafhankelijker. Een te hoge hypotheek of andere vaste lasten kunnen je indirect vastketenen aan je huidige functie. Wanneer je ruimte hebt om iets aan salaris in te leveren, maakt dat een overstap naar een andere functie makkelijker.
Je flexibiliteit op de arbeidsmarkt wordt ook bepaald door de mate van je inzetbaarheid. Het kan dus helemaal geen kwaad om jezelf te blijven ontwikkelen door middel van het volgen van een stage, cursus of opleiding. Je kunt immers wel van baan wíllen veranderen, maar zonder de juiste competenties zal het moeilijk worden om over te stappen.
© Jenk Stronks, Bureau Inspiratie