Wettelijke regels ontslagrecht
Het ontslagrecht in Nederland is tamelijk ingewikkeld. In het Burgerlijk Wetboek (BW) zijn allerlei algemene regels opgenomen ter bescherming van de werknemer, zoals de in acht te nemen opzegtermijnen. Daarnaast gelden er voor ontslag in geval van ziekte of zwangerschap opzegverboden. Er is als hoofdregel een opzegverbod van toepassing tijdens de eerste twee jaar van ziekte, tijdens zwangerschap en kort na de bevalling. Alleen als de werknemer duidelijk onwillig is om mee te werken aan zijn werkhervatting, geldt hierop een uitzondering. Maar ook na twee jaar ziekte kan de werkgever de arbeidsrelatie met een zieke werknemer niet zomaar opzeggen. Voor elke opzegging is namelijk op grond van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA) een vergunning nodig. Het is ook na afloop van twee jaar niet meer zo eenvoudig om een ontslagvergunning te krijgen voor een werknemer die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. De procedure rond de ontslagvergunning is namelijk omkleed met allerlei waarborgen om te voorkomen dat een werknemer zijn baan verliest, terwijl hij binnen afzienbare tijd weer aan de slag zou hebben kunnen gaan, of terwijl de werkgever in staat zou zijn hem aangepast werk aan te bieden.
Partijen kunnen overigens met wederzijds goedvinden uit elkaar. Meestal wordt dan een vaststellingsovereenkomst gemaakt. In geval van ziekte is het zeker niet aan te raden dit zo te doen, maar het kan wel. De werkgever en werknemer kunnen ook ontbinding van de arbeidsovereenkomst vragen aan de kantonrechter. Die vergewist zich eerst of er al dan niet sprake is van een ontslagverbod. Is er sprake van een ontslagverbod dan zal hij niet gauw tot ontbinding overgaan, tenzij er omstandigheden zijn die een ontslag wel rechtvaardigen. De kantonrechter kan (hoeft niet) een vergoeding toekennen aan één der partijen, meestal de werknemer.
Nieuw ontslagrecht, de WWZ per 1 januari 2015
Het ontslagrecht en de WW gaan in 2015 op de helling. De rol van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) wordt belangrijker en de procedure via de rechter wordt teruggeschroefd. Het wetsontwerp Werk en Zekerheid( WWZ) is begin december 2013 ingediend bij de Tweede Kamer. De Eerste Kamer is eind juni 2014 akkoord gegaan. Het behelst een nieuw ontslagrecht en plannen voor een herziening van de WW. In 2015 zal de wet deels in werking treden. Het ontslagrecht zal in die zin veranderen dat het duale stelsel wel blijft behouden. Ontslag wegens bedrijfseconomische redenen gaat dan via het UWV en ontslagen wegens persoonlijke aspecten via de rechter. Het vergoedingensysteem wordt drastisch veranderd. De ontslagvergoeding via de rechter zal niet hoger mogen zijn dan € 75.000 of een jaarsalaris. Vergoedingen gaan deels in de vorm van een transitiebudget, waarmee de werknemer naar ander werk geholpen moet worden.
Hoger beroep is straks ook mogelijk
Tot 1 januari 2015 gelden nog de oude ontslagregels. De WW wijzigt pas in 2016, in die zin dat de uitkeringsduur dan wordt teruggebracht naar twee jaar. Dat zal ook gevolgen hebben voor de WGA, de loongerelateerde uitkering zal dan in tijdsduur ook worden teruggebracht naar twee jaar.
bron: pwdegidsvakbase.nl